zondag 10 januari 2010

Afzien

Op 3 januari zette Katsu de mok instantkoffie op de salontafel. De damp sloeg van de koffie. ‘Nog tweeënhalve kilometer te gaan voor mijnheer Takami’, zei de commentaarstem van de estafetteloop. ‘De eerste plaats is zeker’, zei een andere commentaarstem. Katsu schoof zijn benen onder de deken van de salontafel en plantte zijn kont op het kussen, zijn rug tegen de muur. De kamer rook naar de olie van het kacheltje. De koffie rook naar instantkoffie. Maar instantkoffie was ook koffie. ‘Het is afzien hè’, zei de ene commentaarstem. ‘Ja hè’, zei de andere. Katsu’s benen werden warm. Hij stak een hand onder zijn kamerjas en wreef over zijn buik, die rond was van de viskoekjes, ham, brasem, sojabonen, haringkuit, sardientjes, garnalen, omeletjes, zeewierrolletjes en soep met rijstcake van vanochtend – de resten van eergisteren. De renners zagen er slecht uit. De wind blies uit Siberië. ‘Die koffie is niet verkeerd’, zei Katsu tegen zichzelf.

0 Reactie(s):

Geef je reactie

<< Home