zaterdag 11 november 2006

Vreemde taal (13)

中央広場, stond er op het bordje. Tot mijn grote schrik, mag ik wel zeggen. Want dat derde karakter, dat had ik net geleerd. Maar nu, weg van het tekstboek, in de harde Japanse praktijk, nu het erop aankwam dus, kon ik er potverdorie mooi niet opkomen. 広, ik had geen flauw idee.

中 wel. Dat karakter zit er inmiddels goed in. Midden, betekent het. Centrum, kan ook. Centraal, soms. Maar 広, al sloeg je me dood. Ik had het in mijn laatste levensrochel nog niet kunnen ophoesten. Bladzijde 194 van mijn tekstboek, had ik misschien gereuteld. Daar staat het.

En het piekeren begon. Gelukkig was het daar een fraaie plek voor. Neem alleen die tekst al. De karakters waren met knappe hand in het bordje gekerfd en wit geverfd. Het bordje zelf was van hout en aan de rechterkant in een punt gezaagd. Zo stond het daar te wijzen, naar een pad dat omhoog kronkelde, onder de bomen door, een heuvel op. Naar 中央広場 dus.

Tegenover het bordje, langs de voet van de heuvel, stroomde de Katsura-rivier. Die had er geen haast mee vandaag, met dat stromen. Wel scheen de zon erop en boven mijn hoofd danste de schittering tegen de puntige blaadjes van een esdoorn – een hemel vol heldergroene sterren. Ik bedoel maar: er zijn rottere plekken om te gaan staan nadenken over de betekenis van een Japans karakter.

Nou geef ik toe, ik wist evenmin waar die andere twee tekens voor stonden. Maar ja, die had ik ook niet geleerd, dus daar kon ik mee leven. Waar het om ging, was dat ik de hele week op dit karakter had zitten zwoegen en dat me dat geen steek verder had gebracht. Ik had op zijn minst dicht bij de oplossing moeten zijn, maar ik bleek verdorie niks méér te weten dan een week geleden.

De vier symbolen op het bordje begonnen intussen een eigen leven te leiden. Misschien stond daar bovenop op die heuvel, aan het einde van het pad, wel een droom van een tempel en waren dit de karakters van zijn naam. De centrale nog-wat-tempel, dat klonk niet gek. Ik rook historie en ik zag het voor me, het hout, het wit, het sierlijke dak – alles wat verslavend is aan de oudbouw van Japan.

Had ik het maar bij die fantasie gelaten.

Later die dag bladerde ik naar bladzijde 194 van mijn tekstboek. O ja, ‘breed’ betekende het. Verdomd. Maar ja: centraal en breed, daar schoot ik ook niet veel mee op. Dus legde ik het rijtje karakters voor aan Izumi. Hoofdveld, zei ze. En floep, verdwenen was de historie. Een veldje. Dor gras, een betonnen bank en een prullenbak. Weg hout, weg wit, weg sierlijk dak. Weg magie van lang vervlogen tijden.

Ik overweeg wel eens te stoppen met inburgeren. Met elke dag dat ik mijn nieuwe thuisland beter leer kennen – met elk nieuw karakter dat ik leer begrijpen – dreigt het iets van zijn betovering te verliezen. Voor ik het weet is Japan een gewoon land.

5 Reactie(s):

Anonymous Anoniem schreef:

And he's back!! Goed om weer van je te lezen, Vincenzo. Prachtverhalen!

14 november, 2006  
Blogger Vincent Durivou schreef:

En goed om er weer te zijn, Don Bartolli. Tot snel in Nederland.

15 november, 2006  
Blogger Patochan schreef:

Mooi verhaal en groot schrijftalent. Goed ook om een landgenoot ook te horen struikelen met de taal :D

17 november, 2006  
Blogger Vincent Durivou schreef:

Ooit zullen we hem onder de knie krijgen, Patochan. Ooit. Prettige website heb je trouwens: beide benen op de grond. Je woont hier niet ver vandaan, begrijp ik?

17 november, 2006  
Blogger Vincent Durivou schreef:

Zalig zijn de onwetenden, zoiets was het toch?

10 december, 2006  

Geef je reactie

<< Home