woensdag 22 maart 2006

Oprechte trouw (3)

21 maart, 12.43 uur. De banketzaal van The Grand Tiara in Nagoya.
We zitten in de buurt van het centraal station, één tafel verwijderd van het bruidspaar. Aan de tafel links van ons heb je de ouders van de bruidegom, rechts zitten de ouders van de bruid. Verder weg dan de vaders en moeders kan je in deze zaal niet zitten. Nee, dan de bazen en collega’s van het paar, die zitten rond een tafel helemaal vooraan. De hoogste baas van de bruidegom zit zowat bij ze op schoot. Hij neemt plaats achter de microfoon, vertelt zijn verhaal en heft een glas met bubbels. Daar is ook de eerste gang.

21 maart, 13.31 uur. De banketzaal van The Grand Tiara in Nagoya.
Het tellen van de gangen, dat heb ik maar opgegeven. Er staat nu een gebakken vissenkop voor me. De vis heeft tanden en de rolletjes van zijn vlees zijn verdraaid lekker. Van rechts verschijnt een fles Asahi-bier in beeld. Het is een flink ding. De vader van de bruidegom is een emotionele man, zijn ogen zijn vochtig. Het is ook niet niks natuurlijk, zo’n dag. Kan hij bijschenken? Ik gooi het restje achterover, houd mijn glas op en buig van Graag. De man draagt een dasspeld, die zie je niet vaak meer.

21 maart, 14.00 uur. De banketzaal van The Grand Tiara in Nagoya.
Je zou zomaar vergeten waarom we hier vandaag zitten. En ik mis nog bijna het belangrijkste moment ook. Met mijn eetstokjes roer ik net een puntje wasabi door de sojasaus als ik in mijn ooghoek iets zie bewegen, ter hoogte van het bruidspaar. Dus ja, ik kijk maar eens. De twee zijn gaan staan en zetten hun handtekening op een vel papier. De vaders doen hetzelfde. Dan floept de plafondverlichting uit, schuiven bruid en bruidegom elkaar in het licht van een spot de ringen om en gaat de plafondverlichting weer aan. Er kwam geen jawoord aan te pas, wel veel applaus.

21 maart, 14.55 uur. De banketzaal van The Grand Tiara in Nagoya.
Japanse mannen zijn mannen van eer: dappere krijgers met stevige stemmen. Dat was altijd mijn beeld en dat wilde ik bevestigd zien. Nu woon ik hier al tien maanden, maar in al die tijd ben ik geen Japanner tegengekomen die in dat plaatje past. Tot vandaag. De bruidegom, een grote kerel die ik graag mag, staat naast zijn bruid in het midden van de zaal. Met een stem die trilt bedankt hij ons voor de prachtige dag. Dan dept hij zijn ogen, schraapt hij de keel en maakt hij een ferme buiging. Arigato gozaimasu!, ronkt hij krachtig. En ter plekke verandert hij in de samoerai uit mijn overzichtelijke wereldbeeld.

0 Reactie(s):

Geef je reactie

<< Home