Schijnbeweging
De maan bleek de rotste niet, gisteravond. Het was tijd voor het jaarlijkse tsukimi, letterlijk ‘maankijken’. Maar hoe ze ook keken, de priesters en burgers op het plein van het heiligdom – er was geen maan te bekennen. Alleen een chagrijnig pak wolken. Met een beetje goeie wil zagen ze hooguit een veeg licht in het dek, net boven de bomen rond het plein. Jammer, dachten de priesters en de burgers. Jammer, maar het zij zo. En terwijl de avond viel, liet het vuur in de korven zijn vlammen wapperen, verspreidden wierookringen hun geur, deden de priesters hun gebed en dansten danseressen hun betoverende dans. En ze deden hun best, daar niet van. Maar het mooiste mirakelspel, zo bleek maar weer, komt toch altijd van de natuur. Want juist toen drie jonge schonen in kimono’s achter hun koto’s knielden en nu eens ingetogen en dan weer wild aan de snaren begonnen te plukken, juist toen gebeurde wat niemand meer had verwacht: de maan kwam tevoorschijn. En nog rap ook. De dikke wolken werden dunne wolken, de dunne wolken werden slierten, de slierten verdwenen en de maan scheen. Vol, fel en tegen een heldere hemel. Zeker één van de burgers kreeg er spontaan een brok van in zijn keel.
3 Reactie(s):
Toevallig(?) keek ik gisteravond naar diezelfde maan en dacht even aan de man die de eerste zes woorden van deze tekst precies zo zou hebben gezegd. Waarmee weer duidelijk is dat het cirkeltje rond blijft.
Zou er dan toch meer zijn tussen maan en aarde?
Ja: een brede grijns voor you and me!
Geef je reactie
<< Home